Hypertensief spoedgeval

Links

Literatuur

Gerelateerde onderwerpen

volgt

interne.nl extra informatie*

Stroomschema FMS

 

In samenwerking met Nick van Es:

  • Laboratoriumonderzoek: Hb, trombocyten, reticulocyten, fragmentocyten, kreatinine, natrium, kalium, LDH, haptoglobine, glucose

  • Urine: sediment, kwalitatief op eiwit of kwantitatief gecorrigeerd voor kreatinine in een portie

  • ECG: ischemie, linkerventrikelhypertrofie

  • Op indicatie:

    • Verdenking ACS: troponine, nt-proBNP, aPTT, PT, echo cor

    • Verdenking hartfalen: nt-proBNP, bloedgas met lactaat, leverenzymen, X-thorax, echo cor

    • Verdenking aortadissectie: kruisbloed, bloedgas met lactaat, aPTT, PT, CT-A

    • Verdenking hersenbloeding/-infarct: aPTT, PT, CT-hersenen

    • Verdenking intoxicatie: toxscreen

    • Verdenking hypertensieve encefalopatie: MRI-hersenen indien twijfel over diagnose

    • Verdenking retinopathie: fundoscopie (let op: er moeten bilateraal afwijkingen zijn; graad III (zonder papiloedeem) of graad IV (met papiloedeem) retinopathie

Behandeling ernstige hypertensie zonder acute orgaanschade
  1. Terughoudend beleid in eerste 30 minuten, hermetingen in rustige kamer

  2. Bij een blijvende verhoging van de bloeddruk (≥180/110 mmHg) na een observatieperiode van 30 minuten en indien aanwijzingen voor hypertensieve eindorgaanschade ontbreken, geef nifedipine retard, captopril of labetalol.

  3. Verwijs naar huisarts voor verdere behandeling conform CVRM richtlijnen

 

Behandeling hypertensief spoedgeval
 

Klinische presentatie

Tijdlijn en streefwaarde

1ste keus

Alternatief

Hypertensief spoedgeval met retinopathie

Enkele uren, MAP -25%

Labetalol

Nicardipine

Urapidil

Nitroprusside

Hypertensieve encefalopathie

Onmiddellijk, MAP -25%

Labetalol

Nicardipine

Nitroprusside

Acuut herseninfarct en bloeddruk ≥220/120 mmHg en geen indicatie tot trombolyse*

1 uur, MAP -15%

Labetalol

Nicardipine

Nitroprusside

Acuut herseninfarct met indicatie voor trombolyse en bloeddruk ≥185/110 mmHg (indien bloeddrukverlaging gewenst)*

1 uur, MAP -15%

Labetalol

Nicardipine

Nitroprusside

Acute hersenbloeding <6 uur onset en SBD ≥150 mmHg*

Onmiddellijk, SBD 140 mmHg

Nicardipine

Labetalol

Acute hersenbloeding >6 uur onset en SBD ≥180 mmHg*

In een aantal uur, SBD 140 mmHg

Nicardipine

Labetalol

Acuut coronair syndroom

Onmiddellijk, SBD <140 mmHg

Nitroglycerine in combinatie met orale bèta-blokkade

Acuut hypertensief hartfalen met longoedeem

Onmiddellijk, MAP -25% of SBD <140 mmHg indien dit eerder wordt bereikt

Nitroglycerine (en Non-Invasieve Ventilatie)

Nitroprusside

Acute aortadissectie/ruptuur

Onmiddellijk, SBD

100-110 mmHg EN hartslag 60/min

Esmolol OF Metoprolol EN Clevidipine OF

Nitroprusside

Labetalol

Esmolol OF Metoprolol EN

Nicardipine

 

Geneesmiddel

Begin werking

Duur werking

Dosering

Contra-indicaties

Bijwerkingen

Esmolol

1 tot 2 min

10-30 min

0,5-1 mg/kg als bolus; 50-300 mcg/kg/min als continu infuus

2de of 3de graads AV blok, systolisch hart falen, astma bronchiale. bradycardie

Bradycardie

Metoprolol

1 tot 2 min

5-8 uur

15 mg iv, meestal gegeven als 5 mg iv, met herhaling na 5 min

2de of 3de graads AV blok, systolisch hart falen, astma bronchiale. bradycardie

Bradycardie

Labetalol

5 tot 10 min

3-6 uur

0,25-0,5 mg/kg; 2-4 mg/min tot streefwaarde is bereikt, daarna 5-20 mg/uur

2de of 3de graads AV blok, systolisch hart falen, astma bronchiale. bradycardie

Bronchoconstrictie

Clevidipine

2 tot 3 min

5-15 min

2 mg/h, iedere 2 min verhogen met 2 mg/h tot streefwaarde bereikt

Hoofdpijn, reflex-tachycardie

Nicardipine

5 tot 15 min

30-40 min

5-15 mg/h als continu infuus, startdosis 5 mg/uur, iedere 15-30 min met 2,5 mg verhogen tot streefwaarde bereikt, daarna 3 mg/uur

Leverfalen

Hoofdpijn, reflex-tachycardie

Nitroglycerine

1 tot 5 min

3-5 min

5-200 mcg/min, iedere 5 min verhogen met 5 mcg/min

Hoofdpijn, reflex tachycardie

Nitroprusside

Onmiddellijk

1-2 min

0,3-5 mcg/kg/min, iedere 5 min verhogen met 0,5 mcg/kg/min tot streefwaarde bereikt

Lever/nierfalen (relatief)

Cyanide intoxicatie

Urapidil

3 tot 5 min

4-6 uur

12,5-25 mg als bolus injectie; 5-40 mg/uur als continu infuus

Fentolamine

1 tot 2 min

10-30 min

1-5 mg als bolus, evt. herhalen na 15 min OF 6-40 mg/uur als continu infuus

Tachyaritmieen , pijn op de borst

  • Hypertensief spoedgeval is hypertensie waarbij directe bloeddrukverlaging noodzakelijk is om acute hypertensie-gemedieerde orgaanschade te voorkómen (hart, aorta, hersen, nieren, retina)

  • Hypertensieve urgentie bestaat niet meer

  • Wanneer aan denken?

    • Bloeddruk >200 mmHg of diastolisch >120 mmHg of een recent gedocumenteerde sterke bloeddrukstijging in combinatie met klachten van hoofdpijn en/of visusstoornissen

    • Een sterk verhoogde bloeddruk en acute neurologische of cardiale klachten: pijn op de borst, pijn tussen schouderbladen, dyspnoe, neurologische uitvalsverschijnselen, verminderd bewustzijn

  • Maligne hypertensie leidt tot endotheelactivatie door shear stress met loslating endotheelcellen en activatie stolling door subendotheliaal TF als gevolg. Daardoor fragmentocyten, hoog LDH en milde trombopenie. Daarnaast leidt maligne hypertensie tot paradoxale RAAS activatie door druknatriurese (leidend tot renineproductie door verhoogd aanbod natrium in distale tubulus) en verdikking van afferente arteriolen (leidend tot glomerulaire ischemie en daardoor renineproductie). Dit kan leiden tot hypokaliëmie en hyponatriëmie (door ADH productie).

 
  • Hypertensieve encefalopathie: ernstige hypertensie gepaard gaande met veranderd bewustzijn (variërend van traagheid of sufheid tot coma), convulsies, delier of corticale blindheid zonder andere oorzaak (CVA, SAB, TTP-HUS).

  • Hypertensieve retinopathie: ernstige verhoging van de bloeddruk (meestal boven 120 mmHg diastolisch) met bilateraal vlamvormige bloedingen en/of zachte exsudaten (graad III) met of zonder papiloedeem (graad IV); gaat meestal samen met een stoornis in de cerebrale autoregulatie.

  • Hypertensief spoedgeval door adrenerge overstimulatie in het kader van feochromocytoom of autonome hyperreactiviteit (bv. clonidine-onttrekking, hoge dwarslaesie, amfetamine/cocaine)

  • Behandeling:

    • Fentolamine (competitieve alfablokker)

    • Bij amfetamine: benzodiazepine

  • Beta-blokker alleen geven als alfablokkade reeds gegeven is en er sprake is van tachycardie. Anders leidt beta-blokkade tot verhoging van de bloeddruk door het wegvallen van beta-receptor gemedieerde perifere vasodilatatie.

Feedback formulier

Is er een link kapot of verouderd?
Suggesties voor extra informatie voor dit artikel?
Vul dit formulier in en je hebt bijgedragen aan het up-to-date houden van interne.nl

Last updated byAstrid Newsum on 15 March 2024
803 reads