Allergische reactie en anafylaxie

Acuut

Richtlijnen

UpToDate

Literatuur

Gerelateerde onderwerpen

interne.nl extra informatie*

In samenwerking met Nick van Es:

Hypersensitiviteitsreacties

In samenwerking met Nick van Es:

  • Type 1: Allergische reactie uitgelokt door re-exposure aan een specifiek type antigeen (allergeen). Tijdens de eerste exposure worden naïeve B-lymfocyten geprimed, die vervolgens een klasseswitch naar IgE ondergaan en differentiëren naar plasmacellen. Dit IgE bindt met de heavy chain aan Fc-receptoren op mestcellen (in weefsels) en basofielen, die vervolgens ‘sensitized’ zijn. Re-exposure met het allergeen leidt tot binding van het allergeen aan de light chain van IgE op de mestcellen (zie figuur), vervolgens cross-linking van IgE en tot slot degranulatie tot gevolg waarbij actieve mediatoren als histamine, leukotrieen en prostaglandines vrijkomen. De reactie kan lokaal of systemisch zijn. Behandeling bestaat uit adrenaline, antihistaminica en corticosteroïden.
  • Type 2: Antilichaam-gemedieerde reactie waarbij antilichamen binden aan (membraangebonden) antigen op cellen van de patiënt. De antigenen die herkend worden kunnen intrinsiek (‘self-antigens’) of extrinsiek zijn. Binding van IgM en IgG antilichamen kan leiden tot celdood op twee manieren: (1) activatie van de klassieke complementroute (via C1) met vorming van het membrane attack complex (C5b-9) en (2) door herkenning van het antilichaam-antigen complex door NK-cellen.
    • Voorbeelden: auto-immuun hemolytische anemie, Goodpasture, pernicieuze anemie, ITP, acute hemolytische transfusiereacties, Hashimoto thyreoiditis
  • Type 3: Reactie op basis van niet-oplosbare immuuncomplexen van antigen met IgM of IgG. Depositie van deze immuuncomplexen kan leiden tot complementactivatie met inflammatie en weefseldestructie tot gevolg.
    • Voorbeelden: immuuncomplex-gemedieerde glomerulonefritis (bv. MPGN), reumatoide artritis, SLE, serumziekte
  • Type 4: Delayed-type reactie (meestal na 2-3 dagen). Het betreft in tegenstelling tot de andere hypersensitiviteitsreacties geen antilichaamgemedieerde maar een celgemedieerde respons. Het gaat om herkenning van antigenen door T-cellen die door antigeenpresenterende cellen gepresenteerd worden via HLA-complexen (klasse 1 of 2).

Feedback formulier

Is er een link kapot of verouderd?
Suggesties voor extra informatie voor dit artikel?
Vul dit formulier in en je hebt bijgedragen aan het up-to-date houden van interne.nl

Last updated byAstrid Newsum on 15 March 2024
850 reads