Acuut – DVT
Acuut – longembolie
Richtlijnen
UpToDate – algemeen
UpToDate – DVT
UpToDate – longembolie
Literatuur
interne.nl extra informatie*
In samenwerking met Nick van Es:
Recidief VTE onder antistolling
Klopt de diagnose
– Residuele trombose komt vaak voor: ~55% bij DVT (bron) en ~16% op CTPA bij longembolie (bron)
– Overweeg eventueel MR-DTI of vergelijking met beeldvorming verricht ten tijde van staken antistolling
Klopt de dosis
– Inadequate dosisreductie
– Gewicht: geen DOAC bij BMI >50 kg/m2 of gewicht >150 kg
– Nierfunctie: dosis niet aangepast na verbetering nierfunctie
Incompliantie
– INR <1.5 bij VKA (INR tussen 1.5 en 2.0 zou in principe voldoende effectief moeten zijn om recidief te voorkómen)
– Normale aPTT bij dabigatran
– Meet eventueel anti-FXa activiteit/concentratie bij rivaroxaban/apixaban/edoxaban
Verminderde absorptie: short bowel, coeliakie, IBD
Medicatie-interacties: P-glycoproteine en CYP3A4 voor DOAC of CYP2C9 voor VKA
Protrombotische risicofactoren: heparine-geinduceerde trombocytopenie (HIT), antifosfolipidensyndroom, maligniteit, myeloproliferatieve neoplasmata, PNH, erfelijke trombofilie
Behandeling recidief VTE onder antistolling
Zeer vroeg recidief (<1 week): vaak nog natuurlijk beloop aangezien organisatie/endothelialisatie van trombus nog niet te verwachten is en embolisatie nog mogelijk is; in principe geen noodzaak tot veranderen van therapie aangezien suppressie van trombinegeneratie waarschijnlijk voldoende is.
Incompliantie: zet behandeling voort met normale dosis en bespreek incompliantie
Recidief onder therapeutisch LMWH: verhoog dosis naar 125% (zie LMWH calculator)
Recidief onder VKA: switch naar LMWH 100% dosis
Recidief onder DOAC: switch naar LMWH in 100% dosis, afhankelijk van kliniek, gewicht, nierfunctie en bloedingsrisico eventueel meteen 125% dosering
Zie ook: PMID 31279158 (Rodger et al)
Vliegen na longembolie
Advies met name gebaseerd op richtlijn van BTS en ESC position paper
Uitgangspunten:
– Het rechterventrikel heeft maar een beperkte capaciteit om een hogere druk te genereren.
– Voornaamste risico: hypoxemie door lage cabinedruk (die vergelijkbaar is met een hoogte van 2000-2500 meter) waardoor pulmonale vasoconstrictie, toename ventilatie-perfusiedecten en rechterventrikelfalen kan optreden.
– De meeste stolsels zijn opgelost binnen 2-3 weken.
Adviezen:
– Niet vliegen <2 weken na diagnose
– Wel vliegen >6 weken na diagnose
Tussen 2-6 weken na diagnose: indien aanwijzingen voor significante rechterventrikelbelasting, beslissing nemen op basis van verschillende parameters:
– Maak inschatting dyspnoe op basis van MRC dyspnoe schaal.
– Arterieel bloedgas in rust en na 6 minuten lopen. Indien pO2 <8 na 6 minuten lopen: overweeg in-flight zuurstoftherapie 2 liter/min (tenzij hypercapnie).
– Overweeg TTE ter evaluatie rechterventrikelfunctie en vergelijking met baseline TTE. Meet eventueel nt-proBNP.
– Overweeg consultatie longarts, bijvoorbeeld voor ‘hypoxic challenge test’.
Etiologie
In samenwerking met Nick van Es:
Uitlokkende factoren
Sterke passagère risicofactoren
– Operatie onder narcose gedurende >=30 minuten
– Immobiliteit binnen ziekenhuis vanwege acute ziekte gedurende >=3 dagen met enkel loopje naar toilet
– Sectio caesarea
Zwakke passagère risicofactoren
– Operatie onder narcose gedurende <30 minuten
– Opname in ziekenhuis met acute ziekte gedurende <3 dagen
– Immobiliteit buiten ziekenhuis vanwege acute ziekte gedurende >=3 dagen
– Oestrogeen (bv. orale anticonceptiva, hormoonvervangende therapie)
– Zwangerschap en kraambed
– Trauma been met verminderde immobiliteit gedurende >=3 dagen
Persisterende risicofactoren
– Actieve maligniteit
– IBD
– Antifosfolipiden syndroom
– Actieve autoimmuun ziekten
– Chronische infectie
– Chronische immobiliteit (bv. paralyse)
Afhankelijk van Wells score en/of YEARS algoritme
Zie richtlijnen
Feedback formulier
Is er een link kapot of verouderd?
Suggesties voor extra informatie voor dit artikel?
Vul dit formulier in en je hebt bijgedragen aan het up-to-date houden van interne.nl