Antifosfolipidensyndroom

Richtlijnen

UpToDate

Gerelateerde onderwerpen

interne.nl extra informatie*

  • Pathogenese: Auto-immuunziekte gekarakteriseerd door aanwezigheid van antifosfolipidenantistoffen (lupus anticoagulans, anticardiolipine, β2-glycoproteïne-I antistoffen) die leiden tot een verhoogde tromboseneiging.
  • Etiologie:
    • Primair: Geen onderliggende aandoening.
    • Secundair: Geassocieerd met systemische lupus erythematodes (SLE) of andere auto-immuunziekten.
    • Risicofactoren: Zwangerschap, chirurgie, immobiele toestand, infecties.
  • Anamnese
    • Recidiverende arteriële of veneuze trombose.
    • Obstetrische voorgeschiedenis:
      • Herhaalde miskramen (<10 weken).
      • Intra-uteriene vruchtdood (>10 weken).
      • Vroeggeboorte door pre-eclampsie of placenta-insufficiëntie (<34 weken).
    • Risicofactoren: SLE, eerdere trombofilie, familiegeschiedenis.
    • Symptomen van trombose: Pijn, zwelling (veneus), ischemie, infarct (arterieel).
    Lichamelijk onderzoek
    • Tekenen van trombose:
      • Zwelling, warmte, roodheid (diepe veneuze trombose).
      • Neurologische uitval (herseninfarct).
      • Cyanose, koude extremiteiten (arteriële trombose).
    • Tekenen van SLE of andere auto-immuunziekten:
      • Vlindervormige rash.
      • Gewrichtspijn of zwelling.
      • Orale ulcera.
    Aanvullend onderzoek
    • Laboratoriumonderzoek:
      • Antifosfolipidenantistoffen (≥2x positief met ≥12 weken ertussen):
        • Lupus anticoagulans.
        • Anticardiolipine IgG/IgM.
        • Anti-β2-glycoproteïne-I IgG/IgM.
      • Stollingsonderzoek: Verlengde APTT bij lupus anticoagulans.
      • Aanvullend: ANA, anti-dsDNA, complementfactoren (C3, C4) bij verdenking SLE.
    • Beeldvorming:
      • Doppler-echografie bij verdenking diepe veneuze trombose.
      • CT/MRI bij verdenking arteriële trombose of pulmonaire embolie.
      • Echografie placenta bij obstetrische complicaties.
  • Acute trombose:
    • Therapeutische antistolling:
      • Direct orale anticoagulantia (DOACs) niet aanbevolen bij APS met arteriële trombose; gebruik vitamine K-antagonisten (doel INR 2-3).
      • Alternatief: LMWH bij contra-indicatie voor VKA.
  • Secundaire preventie:
    • Vitamine K-antagonisten (doel INR 2-3); bij hoogrisico APS (arteriële trombose): INR 3-4.
    • Profylaxe tijdens zwangerschap: LMWH + lage dosis aspirine.
  • Behandeling onderliggende aandoening:
    • Bij secundair APS: Behandeling van SLE of andere auto-immuunziekte (bijv. corticosteroïden, immunosuppressiva).
  •  

Feedback formulier

Is er een link kapot of verouderd?
Suggesties voor extra informatie voor dit artikel?
Vul dit formulier in en je hebt bijgedragen aan het up-to-date houden van interne.nl

Last updated byDirk Westenberg on 1 December 2024
56 reads