Systemische sclerose / sclerodermie

Richtlijnen

UpToDate

Literatuur

Gerelateerde onderwerpen

interne.nl extra informatie*

* De extra informatie op interne.nl is aanvullend ter illustratie en voor educatieve doeleinden en mogelijk niet volledig of up-to-date. Gebruik altijd de officiële richtlijnen, o.a. via de verstrekte links.

Sclerodermie / Systemische Sclerose

  • Pathogenese:

    • Auto-immuunziekte: Overmatige productie van collageen leidt tot fibrose van huid, bloedvaten en interne organen.
    • Vaatdisfunctie: Endotheelbeschadiging → vasculaire schade, occlusie en ontsteking.
    • Immuundisregulatie: Aanmaak van auto-antistoffen (anti-centromeer, anti-Scl-70, anti-RNA-polymerase III).
  • Etiologie:

    • Multifactorieel: Genetische predispositie (HLA-typen), omgevingsfactoren (silica, oplosmiddelen).
    • Mogelijke triggers: Infecties, microchimerisme, blootstelling aan toxinen.

Cutane Sclerose

  • Pathogenese:

    • Beperkte vorm van sclerodermie, met fibrose beperkt tot de huid.
    • Fibroblasten overactivatie leidt tot verdikking en verlittekening van de huid.
  • Etiologie:

    • Vaak idiopathisch, kan worden geassocieerd met genetische of omgevingsfactoren.
    • Lokale vorm: Morfea, lineaire sclerodermie. (tot de ellebogen)

Sclerodermie / Systemische Sclerose

Anamnese

  • Huid:
    • Strakke, verdikte huid (vingers, gezicht).
    • Fenomeen van Raynaud (eerste symptoom in 90%).
    • Pigmentatieveranderingen (hypo- of hyperpigmentatie).
  • Systemische klachten:
    • Dysfagie, refluxklachten (GI betrokkenheid).
    • Kortademigheid, hoesten (pulmonaire hypertensie, ILD).
    • Gewrichts-/spierpijn, vermoeidheid.
  • Vasculaire klachten:
    • Ulcera aan vingers (ischemie door vaatbetrokkenheid)

Cutane Sclerose

Anamnese

  • Lokale symptomen:
    • Huidverdikking, vaak beperkt tot een specifiek gebied.
    • Plaques (morfea) of lineaire verdikking.
  • Systemische symptomen: Afwezig.

Lichamelijk Onderzoek

  • Huid:
    • Verdikking (scoring: Rodnan skin score).
    • Telangiectasieën (handen, gezicht).
    • Sclerodactylie: Verdikking en verkorting van vingers.
    • Mond opening
  • Nagelriemcapillairen:
    • Abnormale capillaire structuren.
  • Organen:
    • Longauscultatie: Crepitaties (bij ILD).
    • Cor: Tekenen van pulmonale hypertensie.
    • Abdominale palpatie: Tekenen van gastro-intestinale betrokkenheid

Aanvullend Onderzoek

  • Laboratorium:
    • ANA positief (bijna altijd aanwezig).
    • Specifieke auto-antistoffen: Anti-centromeer (limited type), anti-Scl-70 (diffuse type), anti-RNA-polymerase III.
    • Ontstekingsmarkers vaak normaal.
  • Beeldvorming:
    • Thorax-CT: Fibrose bij ILD.
    • Echocardiografie: Pulmonale hypertensie.
  • Functieonderzoek:
    • Longfunctie: FVC/DLCO-verhouding (restrictief patroon).
    • Slokdarmmanometrie: Verminderde motiliteit.
  • Nagelriemcapillaroscopie:
    • Detectie van vaatafwijkingen.

Aanpak per klinisch domein

 

Raynaud’s fenomeen (RP)

  • Eerste lijn: Dihydropyridine-calciumantagonisten (bv. nifedipine).
  • Tweede lijn: PDE5-remmers (bv. sildenafil); intraveneus iloprost voor ernstige gevallen.
  • Niet aanbevolen: Anticoagulantia en endothelinereceptorantagonisten (ERA) wegens onvoldoende bewijs.

 

Digitale ulcera (DU)

  • Behandeling:
    • PDE5-remmers en/of intraveneus iloprost.
    • Bosentan voor preventie van nieuwe ulcera.
  • Niet aanbevolen: Macitentan (ERA).

 

Pulmonale arteriële hypertensie (PAH)

  • Eerste lijn: Combinatietherapie van PDE5-remmers en ERA’s (bv. tadalafil en ambrisentan).
  • Tweede lijn: Intravenous epoprostenol bij ernstige PAH (WHO klasse III/IV).
  • Alternatief: Selexipag of riociguat bij niet-respons op eerdere therapie.

 

Scleroderma-renaalcrisis (SRC)

  • Aanpak:
    • Directe toediening van ACE-remmers bij diagnose.
    • Regelmatige bloeddrukcontrole bij gebruik van corticosteroïden.
  • Preventie: Geen sterke aanbeveling voor preventief gebruik van ACE-remmers.

 

Huidfibrose

  • Immunosuppressie:
    • Methotrexaat, mycofenolaatmofetil (MMF), cyclofosfamide.
    • Rituximab en tocilizumab bij inflammatoire vroege diffuse SSc.
  • Alternatief: Intravenous immunoglobulinen (IVIG) bij resistentie.

 

Interstitiale longziekte (ILD)

  • Behandeling:
    • Eerste lijn: MMF of cyclofosfamide.
    • Rituximab als alternatief.
    • Nintedanib alleen of in combinatie met MMF.
    • Tocilizumab voor inflammatoire ILD.
  • Intensieve therapie: Autologe hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) bij ernstige prognose.

 

Gastro-intestinale betrokkenheid

  • GERD/oesofagitis: Protonpompremmers (PPI).
  • Motiliteitsstoornissen: Prokinetica (bv. domperidon, prucalopride).
  • SIBO: Rotatie van antibiotica.

 

Musculoskeletale klachten

  • Behandeling:
    • Methotrexaat bij artritis of synovitis.
    • Geen sterk bewijs voor corticosteroïden, JAK-remmers of IVIG.

 

Behandelingsoverzicht

  • Algemeen principe: Multidisciplinaire aanpak en individualisering van therapie.
  • Nieuw aanbevolen middelen:
    • Nintedanib (voor ILD).
    • Rituximab en tocilizumab (voor huid- en longfibrose).
    • Combinatietherapie PDE5-remmers en ERA’s (voor PAH).
  • Aanvullende behandeling:
    • Non-farmacologische zorg zoals fysiotherapie en wondzorg bij DU.

 

Kijk voor de belangrijkste aanbevelingen naar de laatste EURAL richtlijnen. Richtlijn FMS volgt

Feedback formulier

Is er een link kapot of verouderd?
Suggesties voor extra informatie voor dit artikel?
Vul dit formulier in en je hebt bijgedragen aan het up-to-date houden van interne.nl

Last updated byDirk Westenberg on 13 February 2025
122 reads